Surf race
Voor deze zwemproef wordt een rij boeien parallel met het strand uitgezet op een afstand tussen 120 en 200 m. De startlijn ligt op het strand, op 5 m van de waterlijn. Op het startsignaal lopen de atleten naar het water, zwemmen tot aan de boeienlijn, ronden deze en keren dan terug naar de aankomstlijn op het strand.
Board race
Op het startsignaal gaan de atleten te water met hun board, waarna ze een parcours (van ongeveer 600 m) rond drie boeien afleggen. Zij mogen dit al zittend of liggend doen. De startlijn ligt op het strand, ongeveer 5 m van de waterkant. Het midden van de startlijn ligt recht tegenover de linkse boei. De aankomstlijn ligt op 5 m van de waterkant en is 20 m breed. Het midden van de aankomstlijn ligt recht tegenover de rechtse boei en is aangegeven met twee vlaggen.
Beach flags
n het onderdeel 'beach flags' wordt de reactiesnelheid en de behendigheid van de redder getest. Elke atleet tracht een beach flag te veroveren. Er is echter steeds een beach flag minder dan het aantal atleten. De atleet die geen beach flag kan bemachtigen is uitgeschakeld.
De atleten gaan op de grond liggen, aangezicht naar beneden, tenen op de startlijn, hielen tegen elkaar, de handen op elkaar met de vingertoppen tot aan de polsen en het hoofd rechtop. De ellebogen worden op één lijn naar voren geplaatst, zodat de borstkas plat op het zand komt te liggen. Het lichaam vormt met de startlijn een hoek van 90°.
Het terrein is 20 m lang van de start tot aan de stokjes en breed genoeg om een afstand van minimum 1,5 m te voorzien tussen twee atleten.
Startprocedure Beach flags: Heads down + startsignaal.
Beach sprint
Beach sprint is een loopspurt van 90 m die blootsvoets op het zand wordt gelopen in een afgebakende baan.
Surf ski race
Deze proef start en eindigt in kniediep water. Bij de start staan de atleten naast hun surf ski’s. Op het startsignaal nemen ze plaats op hun surf ski, waarna ze een parcours (van ongeveer 700 m) rond drie boeien afleggen.
De surf ski race eindigt wanneer de surf ski met om het even welk deel de eindlijn overschrijdt (al peddelend, getrokken of gedragen door de redder).
Oceanman/Oceanwoman
Dit is de koninginnenproef voor redders. De atleet voert immers vier proeven na elkaar uit: zwemmen, board, surf ski en lopen. De volgorde van de proeven wordt bepaald door loting. Het parcours van elk onderdeel is afgebakend met boeien. Op het startsignaal wordt er bijvoorbeeld begonnen met het zwemmen; daarna schakelt de atleet over op het rescueboard. Bij de volgende doortocht op het strand schakelt de atleet over op een surf ski, waarmee hij een nog groter parcours moet afleggen. Tijdens het wisselen van materiaal mag een helper assisteren.